
TLDR: De rechtbank heeft ons beroep tegen de digitale reclamevitrines gegrond verklaard, maar het college heeft daarna de keuze voor de lokaties voldoende gemotiveerd, behalve voor de Ganzenmarkt.
Onlangs ontvingen we eindelijk de langverwachte uitspraak van de rechtbank over de digitale reclamevitrines. Aangezien het al een poosje geleden is hierbij nog even de geschiedenis van dit dossier:
- Wij hebben bezwaar gemaakt tegen de DV’s zowel wegens het principe van verstoring van de schoonheid van de monumentale binnenstad, als voor de lichtoverlast die zij veroorzaken.
- In eerste instantie hebben we al gewonnen dat er geen bewegende beelden te zien mochten zijn.
- Vervolgens moest de gemeente bewijzen dat ze echt zorgvuldig hadden gehandeld bij de keuze van de plaatsen. Inmiddels is de bijzonder storende vitrine voor Denham (een bekend uitkijk- en fotopunt voor de gracht en de Domtoren) al verplaatst naar een plek tegenover het Stadhuis. Helaas staat het daar voor het beeld van het meisje van Pieter D’Hondt maar dat vinden alleen wij jammer, klaarblijkelijk.
- Wij hebben vervolgens bezwaar gemaakt tegen de bewijzen van de gemeente, omdat de motivatie erg leek op “achteraf goedpraten”.
Het oordeel van de rechtbank
“Het college heeft in zijn reactie toegelicht dat de digitale reclamevitrines bijna allemaal zijn geplaatst in Alluregebied (Centrum Binnenstad Hoogdynamisch) en dat er één wordt geplaatst in Domstad Bijzondere Poorten (Tolsteegbarrière). Het college erkent onder verwijzing naar de Richtlijnen dat maatwerk in hoogdynamische gebieden cruciaal is vanwege de impact op de openbare ruimte. Het college heeft vanwege de nieuwe ontwikkeling rond digitale reclamevitrines en de impact op de openbare ruimte, in het voortraject intern adviezen ingewonnen en diverse rondes in de stad gelopen. Van dat vooronderzoek was geen verslag opgesteld, zodat het college nu alsnog per locatie heeft aangegeven hoe de diverse disciplines de aanvraag hebben beoordeeld.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college het gebrek in de motivering met de nader overgelegde onderbouwing per locatie hersteld voor negen van de tien locaties. Het betreffen zoals in de Kadernota is vastgelegd locaties in een hoogdynamisch gebied, een gebied waar veel drukte is en dat veel verschillende doelgroepen dient en een hoge mix en variaties kent aan functies in bebouwing. Dat de locaties gelegen zijn in een hoogdynamisch gebied betwist de Stichting Binnenstad030 niet. Het college heeft terecht gesteld dat volgens de Richtlijnen de digitale reclamevitrines mogen worden geplaatst in hoogdynamische gebieden, nadat een kenbare maatwerktoets is verricht.
Uit de nader gegeven toelichting per locatie blijkt dat de locaties zijn beoordeeld vanuit diverse gemeentelijke disciplines nnet hun eigen deskundigheid: het Gebiedsteam Binnenstad, waaronder ook Erfgoed en Economische Zaken, de afdeling Verkeer, Straatmeubilair, Stadsingenieurs, Bureau Commissie Welstand en Monumenten en de Commissie Beheer Inrichting en Gebruik openbare ruimte. Daarbij is gelet op diverse aspecten, zoals de welstandseisen, de invloed op het verkeer, de dominantie op de historische omgeving, de zichtlijnen op de Domtoren, de impact op het straatbeeld.
Wat betreft de locatie Ganzenmarkt/Schoutenstraat (procedure UTR 19/2608) wijst de Stichting Binnenstad030 erop dat de vitrine door plaatsing vlak voor de uitgang van de tunnel zichtbaar is vanuit de tunnel naar de Oudegracht. Deze tunnel is onderdeel van het Trajectum Lumen en wordt aldus de Stichting door veel fotografen gebruikt om foto’s te maken waarin licht een hoofdrol speelt.
De rechtbank stelt vast dat het college op dit aspect niet specifiek is ingegaan, ondanks dat het college daartoe wel in de gelegenheid is gesteld. De rechtbank acht de motivatie voor deze locatie, vooral gezien wat de Stichting Binnenstad030 hierover naar voren heeft gebracht, onvoldoende. Naar het oordeel van de rechtbank is het gebrek in de motivatie voor plaatsing van de vitrine op specifiek deze locatie dus niet hersteld.
Conclusie van de rechtbank
Gelet op het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek in de bestreden besluiten is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt alle tien de bestreden besluiten, omdat die besluiten onzorgvuldig zijn voorbereid en onvoldoende zijn gemotiveerd.
Omdat naar het oordeel van de rechtbank het college in zijn reactie op de tussenuitspraak het gebrek heeft hersteld in de zaken met procedurenummers UTR 19/2595, UTR 19/2597, UTR 19/2598, UTR 19/2599, UTR 19/2600, UTR 19/2601, UTR 19/2604, UTR 19/2605 en UTR 19/2606, laat de rechtbank de rechtsgevolgen van de negen vernietigde bestreden besluiten in stand.
(Dat betekent dat de vitrines wel mogen blijven staan – redactie)
Gelet op wat de rechtbank heeft overwogen onder 6. is het gebrek in het bestreden besluit in de zaak met procedurenummer UTR 19/2608 (Ganzenmarkt – redactie) niet hersteld. De rechtbank vernietigt dat besluit. Het college moet een nieuw besluit nemen rekening houdend met deze uitspraak en de tussenuitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak.”
Wat nu?
Voor ons: wij gaan achter een nieuw besluit voor de Ganzenmarkt aan. Want wij hebben nog niets gezien en de zes weken zijn voorbij.
Voor onze lezers: wij merken dat er toch af en toe bewegende reclames worden getoond, vaak voor speelfilms. Dit mag niet, dus mocht u dit zien, maak dan onmiddellijk een melding in Slim Melden, onder de categorie Straatmeubilair > Reclamezuilen.
Stuurt u dan ons een kopie, zodat wij het weten en eventueel ook de betreffende ambtenaar kunnen bellen.
